Hersenorganisatie 2018-03-02T16:51:38+00:00

Hersenorganisatie

Hersenorganisatie en maturatie

Het brein bestaat niet uit geïsoleerde afzonderlijke delen die aan slechts één enkele functie zijn gewijd, zoals spreektaal of wiskunde. Het brein bestaat eigenlijk uit een reeks cognitieve functionele systemen of netwerken die in samenwerking met elkaar functioneren. Elk systeem of netwerk is verbonden met andere bijdragende hersensystemen waarmee de hersenen informatie kunnen verwerken en conclusies kunnen trekken. Met andere woorden, het vermogen om wiskunde te beoefenen of een taal te spreken, vereist dat een groot aantal delen van de hersenen samenwerken, in plaats van dat slechts één deel van de hersenen werkzaam is.

Naarmate we ouder worden, ondergaat elk deel van de hersenen een uitzet- en samentrekkingsproces. Deze natuurlijke ontwikkelingscyclus vindt ongeveer elke vier jaar plaats tot de dag dat we sterven. Dit is een belangrijke reden waarom het essentieel is om een nauwkeurige beoordeling van de hersenen te verkrijgen zodat we weten welke hersensystemen moeten worden getraind of ontwikkeld.

Dus wat betekent dit?

  • Het brein wordt meer matuur op een cyclische manier.
  • Naarmate de hersenen matuurder worden, ontwikkelen specifieke functionele systemen zich op specifieke momenten.
  • De verschillende delen van de hersenen begrijpen het leven op basis van de mate waarin ze doorontwikkeld zijn.

We plaatsen drempels in de hersenen die ons zenuwstelsel van nature ‘moduleren’ op basis van ons ‘perceptueel’ begrip van de stimuli. Ons begrip van het leven is ‘gekleurd’ of vooringenomen door de ontwikkelingsstadia die we hebben doorlopen en door de fasen die we nog niet hebben voltooid.

Organisatie van het verwerkingsproces in de hersenen

De hersenen ontwikkelen zich en organiseren zichzelf langs drie verticale vlakken: de hersenstam, middenhersenen en de cortex. Daarnaast bevat het vijf functionele systemen: arousal, primaire motorische en sensorische gebieden, secundaire sensorische en motorische gebieden, het tertiair sensorisch ingangsgebied en de tertiaire output/planningseenheid. Het brein wordt matuurder, ontwikkelt en onderhoudt zijn organisatie rond elk functioneel systeem, dat op zijn beurt zich ontwikkelt op belangrijke ontwikkelingsleeftijden. Verwondingen, gebrek aan ontwikkeling, verwaarlozing van de hersenen als gevolg van drugsgebruik of andere gebeurtenissen in het leven zullen er vaak toe leiden dat één of meer van deze functionele systemen niet goed werken en zullen vaak de bron zijn van misvattingen of ongepast gedrag.

 

hersenstelsel hersengebied Leeftijd
Arousal Reticulair systeem Geboorte tot 12 maanden.
Primair motorisch of sensorisch visueel auditief somatosensorisch Geboorte tot 12 maanden.
Secundaire sensorische motor Secundair sensorisch motorisch gebied Geboorte tot 5 jaar.
Tertiaire sensorische input Pariëtale kwabben 5 tot 8 jaar.
Tertiaire output planning Prefrontale kwabben 12 tot 24 jaar.

Ontwikkelingsfasen

Er zijn meestal 7 fasen die een kind moet doorlopen om neurologische balans te bereiken. Afhankelijk van waar elke cliënt op het neuro-ontwikkelingsspectrum ligt, wordt bepaald aan welke fase of fasen gewerkt moet worden om een goede balans te bereiken. Wanneer een persoon een kritische hersenontwikkeling heeft overgeslagen of een ontwikkelingsfase niet heeft voltooid, of verstoord is geraakt, kan het nodig zijn dat hij of zij teruggaat naar die fase om die hersenverbindingen “in te halen”, te ontwikkelen en te versterken.

Bij wijze van analogie kan dit worden vergeleken met bouwsteenstructuren. Als bepaalde blokken ontbreken of een beetje scheef staan, dan is de fundering niet erg sterk en kan deze instorten onder druk of stress. Soms is het slechts een kleine disbalans, die minimale versterking van de hersenverbindingen vereist. Soms zijn er veel verbroken verbindingen of ontwikkelingsachterstanden die de verbindingen zwaarder zullen beïnvloeden. Het controleren van elke fase of mijlpaal zorgt ervoor dat de verbindingen sterk en volledig zijn. Zodra we elke fase meten en verzekerd zijn van balans, weten we dat de volgende “bouwsteen” of fase kan worden bereikt.

Fasen: elke fase of stap moet voorafgaand aan de volgende fase sterk aanwezig zijn, zodat ze allemaal even sterk zijn en verder kunnen bouwen vanaf de laatste fase of stadium.

Fase I Receptieve vaardigheden: Afval erin, afval eruit. Onverstoorde input leidt tot heldere output. Focus: de aandacht beweegt zich middels cognitie om aanwezig te zijn.
Fase II Verwerking: cognitieve flexibiliteit. Gebalanceerd verwerken – gemakkelijke en onverstoorde verbindingen voortkomend uit ontvangen informatie. Substantie: geeft het gevoel van werkelijkheid door de subjectieve interpretatie van wat wordt ervaren of ontvangen.
Fase III Expressief: input die is ontvangen en verwerkt staat gelijk aan onze uitingen. Wanneer de input verstoord is of het verwerken beperkt of onderbroken, dan is de uiting wellicht niet op de werkelijkheid gebaseerd. Vorm: maakt het echt voor het individu en belangrijker voor haar omgeving. Daarom komt de werkelijkheid overeen met de vorm van de omgeving.
Fase IV Integratie: het vermogen om ontvangst en uitingsvermogens goed te combineren Volharding: het is noodzakelijk voor het individu om te verbinden met zijn/ haar omgeving en relaties op te bouwen.
Fase V Vaardigheidsontwikkeling: (academisch) gebaseerd op de integratie van het verwerken van ontvangst en uitingsvermogens. Begrip: het vermogen van vaardigheden om tot stand te komen omdat de bouwstenen in orde zijn.
Fase VI Ver ontwikkelde vaardigheden: het individu is in staat om vaardigheden te beheersen, gebaseerd op een solide basis van het kunnen verwerken van ontvangen en geuite input en output. Fantasie: zelfvertrouwen en het vermogen je dromen na te jagen.
Fase VII Persoonlijkheid: de positieve uitingen van het individu, gebaseerd op een gezonde integratie van de omgeving. Vrijheid: het vermogen om je volle potentieel te realiseren